13-03-2022 10.00 uur Ds. E. Agterhuis

Welkom en mededelingen

Intochtslied: Psalm 100 : 1 en 3 (staande)

1.Juicht Gode toe, bazuint en zingt.
  Treedt nader tot gij Hem omringt,
  gij aard' alom, zijn rijksdomein,
  zult voor den Heer dienstvaardig zijn.

3.Treedt statig binnen door de poort.
  Hier staat zijn troon, hier woont zijn Woord.
  Heft hier voor God uw lofzang aan;
  Gebenedijd zijn grote naam.

Stil gebed, votum en groet

Zingen: Gezang 320 : 1 en 3

1. Zingt een nieuw lied voor God de Here
en weest van harte zeer verblijd.
God wil alhier met ons verkeren,
hier wordt een huis voor Hem bereid.
Hij heeft de hand / en het verstand
gezegend voor het werk,
de bouw van Christus' kerk.

3. God wil aan ons telkens weer tonen
dat Hij genadig is en trouw.
Dat Hij met ons samen wil wonen,
geeft ons de moed voor dit gebouw.
Maar niet met steen /  en hout alleen
is 't grote werk gedaan.
't Zal om onszelve gaan.

Woorden bij de symbolische schikking

Zingen: Een instrument van God : 1 (mel. EB 299)

1. Geef mij Heer, veel van uw liefde,
laat mij uw discipel zijn.
Opdat ik voor and’re mensen,
tot een hulp en steun kan zijn.
Geef m’ een open oog voor alles,
wat hen ongelukkig maakt.
Laat hen zien dat ik Uw kind ben,
en door U ben aangeraakt.

10 geboden

Zingen: Gezang 289 : 1 en 3

1. Morgenglans der eeuwigheid,
licht aan 't eeuwig Licht onttogen,
stel ons deze ochtendtijd
uwe heerlijkheid voor ogen,
en verdrijf door uwe macht
onze nacht!

3. Laat uw heil'ge liefdegloed
onze koude werken doden
en versterk in ons de moed
om, de eeuw'ge nacht ontvloden,
voordat wij ten ondergaan,
op te staan.

Gebed om de verlichting met de Heilige Geest

Kinderlied: EB 469 : 1 en 3

1. Wil je wel geloven dat het groeien gaat,
klein en ongelooflijk als een mosterdzaad,  
dat je had verborgen in de zwarte grond
en waaruit een grote boom ontstond.
3. Wil je wel geloven dat je vrede wint,
als je vol vertrouwen leeft, zoals een kind.
Als je een geloof hebt als een mosterdzaad,
groeit de liefde uit boven haat.

Kinderen gaan naar de nevendienst

Schriftlezing: 2 Timotheüs 1 : 1 – 10

1Paulus, een apostel van Christus Jezus door de wil Gods naar de belofte des levens in Christus Jezus, 2aan Timoteüs, mijn geliefd kind: genade, barmhartigheid en vrede zij u van God, de Vader, en van Christus Jezus, onze Here. 3Ik breng dank aan God, die ik, evenals mijn voorouders, met een rein geweten dien, dat ik u onophoudelijk mag gedenken in mijn gebeden, nacht en dag; 4immers, als ik denk aan uw tranen, verlang ik u te zien om met blijdschap vervuld te worden; 5en dan komt mij voor de geest uw ongeveinsd geloof, zoals het eerst gewoond heeft in uw grootmoeder Loïs en uw moeder Eunike, en ook – daarvan ben ik overtuigd – (woont) in u. 6Om die reden herinner ik u eraan, de gave Gods aan te wakkeren, die door mijn handoplegging in u is. 7Want God heeft ons niet gegeven een geest van lafhartigheid, maar van kracht, van liefde en van bezonnenheid. 8Schaam u dus niet voor het getuigenis van onze Here of voor mij, zijn gevangene, maar wees mede bereid voor het evangelie te lijden in de kracht van God, 9die ons behouden heeft en geroepen met een heilige roeping, niet naar onze werken, maar naar zijn eigen voornemen en de genade, die ons in Christus Jezus gegeven is vóór eeuwige tijden, 10doch die nu geopenbaard is door de verschijning van onze Heiland, Christus Jezus, die de dood van zijn kracht heeft beroofd en onvergankelijk leven aan het licht gebracht heeft door het evangelie.

Zingen: Psalm 135 : 1 en 10

1.Halleluja!looft den Heer,
 prijst zijn naam en majesteit,
  toegewijden aan zijn eer,
  die vanouds zijn knechten zijt,
  gij die uw verheven plicht
  in de tempelhof verricht.

10. Zegen, Israel, den Heer,
   priesters, looft zijn majesteit,
   tempeldienaars, prijst zijn eer,
   looft Hem, wie zijn naam belijdt.
   Hij woont bij ons in gena.
  Prijst den Heer. Halleluja!

Verkondiging

Zingen: EB 396 : 1 en 3

1. Grijp toch de kansen, door God u gegeven.
Kort is uw zijn hier, de tijd snelt daarheen.
Wat toch blijft over, o zeg, van dit leven?
D’arbeid der liefde, gedaan om u heen.
Refrein:
Niets is hier blijvend, niets is hier blijvend. 
Alles, hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan.
Maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus,
dat houdt zijn waarde en’ zal blijven bestaan.

3.  Weet, al uw arbeid, uw lijden voor Jezus,
’t wordt door Hem zelven geschat naar zijn waard’,
en eens daarboven, daar vinden we weder,
vruchten van ’t zaad, dat wij strooiden op aard.
Refrein:
Niets is hier blijvend, niets is hier blijvend. 
Alles, hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan.
Maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus,
dat houdt zijn waarde en’ zal blijven bestaan.

(kinderen komen terug van de nevendienst)

Afscheid ambtsdrager

Zingen: Psalm 90 : 8 (staande)

8. Laat, Heer, uw volk uw daden zien en leven
en laat uw glans hun kinderen omgeven.
Zie op ons neer met vriendelijke ogen.
O God, bescherm ons in ons onvermogen.
Bevestig wat de hand heeft opgevat,
het werk van onze hand, bevestig dat.   

Opdracht ambtsdrager

Ambtsdrager legt belofte af

Nieuwe ambtsdrager knielt en ontvangt de zegen.

Zingen: Psalm 134 : 3 (berijming 1773) (staande)

3. Dat 's HEEREN zegen op u daal';
Zijn gunst uit Sion u bestraal';
Hij schiep 't heelal, Zijn naam ter eer;
Looft, looft dan aller heren HEER.            

Welkom namens kerkenraad en gemeente

Zingen: EB Lied 212 : 1 en 2

1 . Heer, wat een voorrecht om in liefde te gaan,
schouder aan schouder in uw wijngaard te staan;
samen te dienen, te zien wie U bent,
want uw woord maakt uw wegen bekend.
Refrein: Samen op weg gaan, dat is ons gebed,
als een volk, dat juist daarvoor
door U apart is gezet.
Vol van uw liefde, genade en kracht,
als een lamp die nog schijnt in de nacht.

 2. Samen te strijden in woord en in werk.

Eén zijn in U, dat alleen maakt ons sterk,

delen in vreugde, in zorgen, in pijn,
als uw kerk, die waarachtig wil zijn.
Refrein: Samen op weg gaan, dat is ons gebed,
als een volk, dat juist daarvoor
door U apart is gezet.
Vol van uw liefde, genade en kracht,
als een lamp die nog schijnt in de nacht.

Geloofsbelijdenis

Zingen: Psalm 48 : 6 (berijming 1773)

6. Want deze God, is onze God;  
Hij is ons deel, ons zaligst lot,
Door tijd noch eeuwigheid te scheiden:
Ter dood toe zal Hij ons geleiden

Dankgebed – voorbede – Onze Vader

Zingen: EB lied 362 : 1 en 3 (staande)

1. God in ons midden, 
Heer wij aanbidden
met al uw kinderen wereldwijd.
uw trouw aan mensen, 
uw onbegrensde,
uw ongekende majesteit

3. Licht van de overkant, 
fakkel die eeuwig brandt
o vlam die ons naar Gods land geleidt,
wie lopen in uw licht,
zie over hun gezicht
valt al de glans der eeuwigheid

Zegen: Amen, amen, amen