Woorden bij de symbolische schikking, bij de bevestiging, herbevestiging en afscheid van de ambtsdragers.
In de symbolische schikking - voor u rechts vooraan in de kerk – wordt het volgende verbeeld:
We zien een aantal stenen, een collectezak, een karaf, een open Bijbel.
Daarbij denken we aan het volgende:
De stenen duiden op het werk van de Kerkrentmeesters – zij dragen zorg voor het kerkgebouw, zodat in de Jodocus, met zo nodig verwarming, verlichting en een goed functionerend orgel de wekelijkse eredienst doorgang kan vinden.
De collectezak symboliseert het werk van de diakenen – om zo met de geldelijke opbrengsten er te kunnen zijn voor de naaste in nood – binnen en buiten de kerk, dichtbij en veraf – een belangrijke en verantwoordelijke taak.
De karaf en de broodschaal duidt op het dienen aan de tafel bij de viering van het Heilig Avondmaal.
Met en vanuit een geopende Bijbel doet de ouderling zijn dienend werk, om te troosten, te vermanen en leiding te geven tot opbouw van de gemeente, om in geloof, vertrouwen en liefde met de predikant de wekelijkse eredienst en het pastoraat in de gemeente handen en voeten te geven.
Daarachter zien we een visnet – door het werk wat gedaan wordt in de diverse colleges kunnen we een vangnet bieden voor onze medemens in welke situatie dan ook.
De tulpen staan voor het gebed – de bloembladen wijzen naar boven, de ambtsdrager mag zich gedragen weten door het gebed, ook door het gebed van de gemeente, die hen in hun midden ontvangt en hen daardoor draagt in hun ambt.
Tot slot - 3 rozen - de witte roos staat voor een nieuw begin, de rode roos duidt op de liefde waarmee ze hun werk in de gemeente doen en de zalmkleurige roos staat voor zachtheid en betrokkenheid.
Zoals verwoord in het lied wat zingen, als een gebed: Geef mij Heer, veel van uw liefde, veel van uw vrede, veel van uw wijsheid, geef mij tact en veel geduld. Laat mij Heer een instrument zijn, dat mag dienen door uw kracht..